Overbruggingsregeling kleine werkgever wordt aangepast
Minister Koolmees van Sociale Zaken gaat de tijdelijke overbruggingsregeling transitievergoeding voor kleine werkgevers aanpassen door de criteria van de regeling te verruimen.
Waar ziet die regeling ook alweer op?
Bij ontslag heeft een werknemer recht op ene transitievergoeding als deze persoon langer dan 2 jaar in dienst is (dat wordt straks vanaf de eerste dag van het dienstverband (zie andere blogs). Dan wordt de vergoeding berekend over de duur van het hele dienstverband. Dat is anders als de werkgever als een kleine werkgever wordt aangemerkt en hij voldoet aan een aantal criteria. Die regeling geldt tot 1 januari 2020.
Het moet gaan om een werkgever met minder dan 25 werknemers. Die werkgever kan de zogenoemde overbruggingsregeling toepassen als er werknemers worden ontslagen wegens bedrijfseconomische redenen, omdat er sprake is van een slechte financiële situatie.
Onder een slechte financiële situatie wordt begrepen dat in de laatste drie boekjaren een negatief nettoresultaat is behaald, in het laatste boekjaar het eigen vermogen negatief is geweest, en de waarde van de vlottende activa over het laatste jaar kleiner was dan de schulden met een resterende looptijd van ten hoogste een jaar.
In de praktijk voldoen weinig werkgevers aan deze situatie. Zij ervaren deze criteria dan ook als zeer streng.
Wat verandert er?
De minister wil de voorwaarde over het resultaat in de drie boekjaren zo wijzigen dat wordt uitgegaan van een gemiddeld negatief resultaat over de drie boekjaren tezamen.
Ook het tweede criterium wil de Minister verruimen. In plaats van een negatief eigen vermogen wordt een solvabiliteit van ten hoogste 15% voorwaardelijk om voor de overbruggingsregeling in aanmerking genomen.
Hoe aanvragen?
UWV kan op verzoek van de werkgever of de werknemer een verklaring verstrekken of al dan niet aan de voorwaarden voor toepassing van de overbruggingsregeling is voldaan. UWV heeft voor zo’n aanvraag een digitaal formulier op internet beschikbaar.